Heden zult u met Mij in het paradijs zijn

Er is slechts één stap van de natuurlijke wereld naar de geestelijke wereld.

De Schrift staat vol van het bovennatuurlijke, de enige oplossing voor het materialisme van vandaag is te ontdekken wat de Schrift onthult wat betreft de geestenwereld, er is één stap van de natuurlijke wereld naar de geestelijke wereld. De scheidingssluier is ons natuurlijke lichaam want de hemelen zijn bevolkt met geestelijke wezens, en zijn van twee klassen goed en kwaad. Zij zijn geclassificeerd als Serafijnen, Cherubijnen...

Engelen goede en slechte, vorstendommen, tronen, machten, tijdperkheersers van de duisternis, boze geesten, Efeze 6:12. tronen, heerschappijen, Kol.1:16. gevallen engelen, 2 Petr.2:4. geesten in de gevangenis 1 Petr.3:18-20. demonen, verleidende geesten 1 Tim.4:1.

Serafim hebben drie paar vleugels en zij zijn de dienaren van de Ene der heerscharen en vestigen de aandacht op Zijn heiligheid. jes.6:1-3.

Cherubijnen of levende wezens, zoals beschreven in Eze.1:4-6, 10:1-3 hebben twee paar vleugels, vier gezichten, de voorkant van een man, de rechterkant een leeuw, de linkerkant een os (kalf), de achterkant een adelaar, en de hand van een man onder hun vleugels aan elk van hun vier zijden. Zij zijn de bewakers van de Troon van God.

De vier dieren van Opb.4:6-8. verschillen van de levende wezens van Ezechiël elk dier heeft één gezicht het eerste dier heeft het aangezicht van een leeuw, het tweede het aangezicht van een kalf, het derde het aangezicht van een mens en het vierde het aangezicht van een vliegende adelaar, en elk dier heeft zes vleugels en ogen voor en achter. de vermelding van de regenboog door zowel Ezechiël als Johannes (Eze.1:28, Opb.4:3) identificeert de twee visioenen als betrekking hebbende op de Troon van God.

Serafijnen, Cherubim, Engelen en alle andere Hemelse wezens zijn geschapen wezens ze bestonden niet van alle eeuwigheid. kol.1:16. De engelen zijn ontelbaar in aantal. Hebr. 12:22. Zij zijn machtig in kracht maar niet almachtig. 2 Thes.1:7. Ze blinken uit in kracht; één engel vernietigde 185.000 van het Assyrische leger in een nacht. 2 Kon.18:35. één engel rolde de steen van het graf van Jezus de Messias weg Matt.28:2, en één engel zal satan binden en hem in de "bodemloze put" werpen Opb.20:1-3. Het zijn Heilige Engelen Luk.9:26, en hebben grote kennis, maar zijn niet alwetend, en trouwen niet en worden ook niet uitgehuwelijkt. Matt.22:30. dat betekent niet dat ze geslachtloos zijn en het vermogen hebben om zich voort te planten. 

Over alle engelen in de Schrift wordt gesproken als mensen, ze werden in zo een grote aantallen geschapen, en aangezien ze niet sterven Luk.20:36, is er geen behoefte aan voortplanting Matt.22:30, maar dat ze zo'n macht hebben lijkt onbetwistbaar. Uit Gen.6:1-3, waar ons wordt verteld dat de zonen van God, engelen, omgang hadden met de dochters der mensen, en het resultaat was een ras van machtige mannen. zie hoofdstuk twee over de oorzaak van de zondvloed, hieruit leren we dat de engelen kunnen zondigen.

Engelen zijn dienende geesten voor hen die erfgenamen van redding zijn Hebr.1:13,14 en beulen van Gods toorn op de goddelozen. 2 thes.1:7,8. zij zullen de uitverkorenen van Israël verzamelen uit de vier hoeken van de aarde Matt.24:31, en hebben de opdracht om te voorzien in de fysieke behoeften van Gods volk. Matt.4:1, 1 Kon.19:4-6.

De demonen zijn niet te classificeren als engelen, zij lijken lichaam loze geesten te zijn. (Sommigen denken aan de pre-adamitische aarde, de bewoners die lichaam loos waren vanwege de zonde die ervoor zorgde dat de pre-adamitische aarde chaotisch werd). Zij proberen zichzelf opnieuw te belichamen in mensen, zij zijn slecht, onrein, gemeen en hebben de macht om zowel geest als lichaam te ontregelen. Matt.12:22, Luk.4:35, 8:26-30, 9:42. Het zijn de bekende geesten van het Oude Testament en de verleidende geesten waarvoor Paulus Timotheüs waarschuwde. 1 Tim.4:1. Er wordt in de Schrift gesproken over drie prominente personen buiten de drie-enige God

1. Michaël.

Hij wordt drie keer genoemd in Daniël: 10:13, 10:21, 12:1, waar hij een Prins wordt genoemd die staat voor Daniëls volk, de Joden. In Judas 9 de Aartsengel, in Opb.12:7 wordt hij gezien als bevelhebber van het engelachtige leger van de hemel. Zijn werk lijkt te zijn om Gods volk, in het bijzonder de Joden, te verlossen van de macht van satan, en uiteindelijk om hem en zijn engelen uit de hemelse gewesten te verdrijven en op de aarde te werpen. Opb.12:7-9. Hij heeft ook iets te maken met de opstanding van de doden, want hij wordt geassocieerd met de opstanding genoemd in Dan.12:1, 2 en hij betwistte met de duivel de opstanding van Mozes, Judas 9 en de stem van de Aartsengel die zal worden gehoord wanneer de dood in de Messias zal opstaan 1 Thes.4:16, zal de stem van Michaël zijn, want hij is de enige Aartsengel die in de Schrift wordt genoemd.

2. Gabriël.

Hij wordt vier keer bij naam genoemd. twee keer in Daniël en twee keer in Lukas. Hij lijkt verbonden te zijn met het verlossende werk van God. Hij verscheen aan Daniël: 8:16, 9:21-23 om hem te informeren over de tijd van de Messias Zijn eerste komst, en toen de tijd was gekomen kondigde hij aan Zacharias de geboorte aan van de voorloper van de Messias - Johannes de Doper, en later naar Maria, de geboorte van Jezus. Luk.1:19, 1:26, 27. Zijn positie in de hemel is verheven, want hij zei over zichzelf aan Zacharias: ik ben Gabriël die in de tegenwoordigheid van God staat.

3. satan.

we spreken over satan als laatste, niet omdat hij de minste van de drie is, want in veel opzichten is hij de grootste, maar vanwege zijn slechte karakter. hij is de bron van alle anarchie en rebellie in het universum. 

De relatie van de mens tot de geestenwereld

De mens in zijn fysieke en geestelijke samenstelling is gemaakt voor twee werelden, de fysieke en de geestelijke wereld, Paulus schrijft aan de Thessalonicenzen: "ik bid God dat heel uw geest en ziel en lichaam onberispelijk bewaard wordt tot de komst van Jezus de Messias." 1 Thes.5:23. schrijvende aan de Hebreeën zegt hij: "het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel en des geestes, en der samenvoegselen en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten." Hebr.4:12.

Uit deze verwijzingen zien we dat de mens ook een drie éénheid is, en is samengesteld uit een lichaam, ziel en geest, de mens is gemaakt naar het beeld van de Eeuwige en Hij is een drie éénheid in karaktereigenschappen. Dus wanneer Paulus spreekt over het "natuurlijke" lichaam, verwijst hij naar het fysieke lichaam van de mens, en wanneer hij spreekt over het geestelijke lichaam van de mens, bedoelt hij een lichaam gereguleerd door geestelijk in plaats van natuurlijke wetten m.a.w. zowel ons natuurlijk als geestelijk lichaam is samengesteld uit materie, het enige verschil is dat de materie van ons natuurlijk lichaam zijn aangepast aan deze fysieke wereld, terwijl de materie van ons geestelijk lichaam is aangepast aan de geestelijke wereld. De drievoudige aard van de mens kan worden geïllustreerd door de tabernakel, deze was een tent omgeven door een voorhof, en was omsloten door een gordijnhek. de tent was in twee delen verdeeld, het ene tweemaal zo lang als het andere, door een sluier of gordijn. Het grootste deel werd van buitenaf betreden door een deuropening met gordijnen en bevatte de tafel der toonbroden, het reukofferaltaar en de zevenarmige kandelaar dit deel werd de Heilige Plaats genoemd. Het kleinere deel werd betreden vanuit het Heilige door de sluier of het scheidingsgordijn, en bevatte de Ark van het Verbond, op het deksel waarvan, tussen de Cherubijnen, God Zijn intrek nam in de Shekinah Glorie dit deel werd de Allerheiligste plaats genoemd. Er waren geen ramen in de tabernakel en de enige ingang was door de deuropening met gordijnen naar de Heilige Plaats.

De tabernakel en zijn binnenplaats zijn een type van de drievoudige aard van de mens, de Binnenplaats vertegenwoordigt zijn lichaam, de Heilige Plaats zijn ziel, en de Allerheiligste Plaats zijn geest, en aangezien er geen communicatie kan zijn tussen de Binnenplaats en de Allerheiligste Plaats, alleen door de Heilige Plaats, er kan geen communicatie zijn tussen het lichaam en de geest van een mens, alleen via zijn ziel.

Na de voltooiing van de Tabernakel bleef het leeg van de Tegenwoordigheid van God totdat de Geest van God neerdaalde en Zijn intrek nam in het Allerheiligste een mens kan compleet zijn wat betreft lichaam, ziel en geest, maar zijn geestelijke natuur zal niet wedergeboren blijven totdat de Heilige Geest binnenkomt en bezit neemt van het 'geestelijke' deel van zijn natuur, dit gebeurt wanneer de wedergeboorte plaatsvindt.

Wanneer een mens sterft, zijn ziel en geest scheiden van het lichaam, en het lichaam wordt in het graf gelegd, maar de geest is niet lichaamloos, hij heeft wat Paulus zijn psychische of zielachtige lichaam noemt. Dit kan worden geïllustreerd door een perzik, een perzik is ook een drie éénheid. het is samengesteld uit het vlees van de perzik, de steen en de pit. Laat het vlees overeenkomen met het lichaam van de mens, de steen met de ziel en de pit met de geest. Verwijder het vlees van de perzik uit de steen en de pit heeft nog steeds een lichaam, de steen. Wanneer het lichaam van een mens wordt gescheiden van zijn ziel en geest bij de dood, is de geest niet lichaamloos, maar heeft nog steeds zijn zielachtige lichaam. aangezien dit zielenlichaam kan horen, spreken, denken en voelen, moet het een of andere tastbare vorm hebben, het is geen spookachtige structuur. Er zijn ongetwijfeld beperkingen in het gebruik ervan, anders zou het niet nodig zijn om zijn fysieke lichaam bij de opstanding te herstellen. Dat er zoiets bestaat als het 'zielenlichaam' komt naar voren in het verhaal van de rijke man en Lazarus. Lukas 16:19-21.

Het verhaal is geen gelijkenis, maar een beschrijving door Christus van iets dat werkelijk is gebeurd in de andere wereld. Het verklaart dat zowel Lazarus als de rijke man stierven en werden begraven dat wil zeggen, hun lichamen werden op de aarde achtergelaten, wat er toen met hen gebeurde in de onderwereld, is beschrijvend voor wat er met hen gebeurde in hun lichaamloze staat. In die toestand waren ze bij bewustzijn en de rijke man herkende Lazarus, wat hij niet had kunnen doen als Lazarus geen lichaam had, niet zijn fysieke lichaam, hij liet dat op de aarde achter, maar zijn ziele lichaam. Dit is het bewijs dat het ziele lichaam niet zomaar een lichaam is, maar dat het in zijn uiterlijke vorm en uiterlijk overeenstemt met het aardse lichaam van de eigenaar, anders zou hij niet herkenbaar zijn in de andere wereld. Wederom de rijke man kon zien en voelen en dorsten en praten en herinneren, wat bewees dat hij zijn zintuigen bezat en zijn persoonlijkheid niet had verloren, dit bewijst dat er geen onderbreking is, zoals zielenslaap in de continuïteit van het bestaan, of bewustzijn, bij de overgang van het aardse leven naar het geestelijke leven. Het ene leven gaat over in het andere, zoals het kinderleven overgaat in het tienerleven, en bij de opstanding zal het geestelijke leven overgaan in het opstandingsleven, net zoals het tienerleven. overgaat in het volwassen mensenleven. Ik ben net zoveel mezelf als ik mijn kleren uittrek, als toen ik ze aan had, de dood, hoewel hij mij van mijn materiële lichaam berooft, verandert alleen mijn omgeving, maar vernietigt niet mijn persoonlijkheid of lichaamsvorm.

Slaap verwijst in de Schrift altijd naar het lichaam, niet naar de ziel, en de uitdrukking in slaap in Jezus verwijst alleen naar de gelovige.

De drievoudige aard van de mens komt duidelijk naar voren in het diagram; "de drievoudige aard van de mens."

In zijn ongevallen staat werd de geest van de mens vanuit de hemel verlicht, maar toen het menselijk ras in Adam viel, sloot de zonde het venster van de geest en trok het gordijn naar beneden, en de "kamer" van de geest werd een doodskamer, en blijft dus in elk niet wedergeboren hart, totdat de Levens- en Lichtgevende kracht van de Heilige Geest die kamer overstroomt met de Levens- en Lichtgevende kracht van het nieuwe leven in Jezus de Messias. Dan zien we waarom de natuurlijke mens geen geestelijke dingen kan begrijpen, begrijp ze totdat zijn spirituele natuur is vernieuwd. 

Maar de geest van de natuurlijke mens is niet alleen verduisterd, zijn wil staat als een bewaker aan de deur en verhindert de toegang van de Heilige Geest, en het is niet voordat de wil zich overgeeft door de kracht van het zwaard van de Geest, het Woord van God de Bijbel dat de Heilige Geest kan binnendringen en zijn intrek kan nemen in de geest van de mens. 

Het slagveld van goed en kwaad is in de ziel van de mens, het is niet genoeg dat de Heilige Geest de Zijne zou opnemen, verblijf in de geest van een man, moet hij toegang hebben tot de ziel en het lichaam, zoals weergegeven in het diagram. Pas dan kan een mens geheiligd worden, want heiligheid is afhankelijk van een met de Geest vervulde geest, ziel en lichaam. Een gezonde ziel en geest hebben een gezond lichaam nodig, en als het lichaam wordt overgegeven aan vleselijkheid en de lusten van het vlees, zelfs aan vasten dat het verzwakt, lijden ziel en geest en wordt de hele mens geestelijk ziek. 

Laten we nu het leven van ziel en geest volgen nadat ze het lichaam hebben verlaten.

In het verhaal van de rijke man en Lazarus hebben we een beschrijving van de onderwereld en we ontdekken dat het bestaat uit twee compartimenten, het paradijs en de hel, met een onoverbrugbare kloof ertussen. Op de bodem van de kloof is de bodemloze put of afgrond dit is een plaats van tijdelijke opsluiting voor demonen van boze geesten, het heeft een koning Apollyon, maar wordt op slot gehouden door God, die een engel opdracht geeft om het te openen wanneer Hij dat wenst. Opb.9:1-3, 17:8, 20:1-3. bestudeer in dit verband de afbeeldingen over de geestenwereld (bovenste afbeelding) en de opstandingen en de oordelen. (onderaan)

Vóór de opstanding van Jezus de Messias gingen de ziel en geest van de rechtvaardige doden naar het paradijselijke compartiment van de onderwereld.

Daar ontmoette de Messias de boetvaardige dief na Zijn dood aan het kruis. Op de dag van zijn opstanding keerden de Ziel en Geest van de Messias terug uit de onderwereld, maar Hij keerde niet alleen terug, Hij bracht alle bewoners van het paradijsgedeelte mee terug en sloot het op, en nu heeft Jezus de Messias de sleutels van dood en hades. Opb.1:18 hier staat dood voor het graf en hades voor de onderwereld. Sommigen van degenen die met de Messias uit de onderwereld terugkwamen, kregen hun lichaam en stonden op en stegen met Hem op als de eerstelingen van de opstanding uit de doden. Matt.27:52,53. De overigen werden opgenomen naar de derde hemel, waar Paulus werd opgenomen, 2 Cor.12:1-3. Paulus vertaalde dit als: het paradijs. daarheen gaan alle rechtvaardige doden die gestorven zijn sinds de opstanding van Jezus de Messias opdat zij bij Hem mogen zijn. Phil.1:23. 2 Cor.5:8. 

Daar zullen de zielen van de rechtvaardige doden blijven totdat de tijd komt voor de opstanding van hun lichamen, dan wanneer de Messias terugkomt om Zijn Kerk in de lucht te ontmoeten, zal Hij de zielen van de Rechtschapen doden uit het paradijs van de derde hemel terugbrengen, want ons is verteld dat Hij hen die in Jezus slapen met Hem zal terugbrengen 1 Thes.4:14, en zij zullen doorgaan naar de aarde en hun lichaam uit het graf halen, en dan weer opstijgen met de overgebrachte Heiligen om de Messias in de lucht te ontmoeten. 

Voor zover we weten bevinden de zielen van de goddeloze doden zich nog steeds in het helse compartiment van de onderwereld, en zullen daar blijven tot de tweede opstanding, wanneer ze naar de aarde zullen terugkeren en hun lichamen zullen ophalen, en dan naar de Grote Witte Troon gaan tot het oordeel. Na het oordeel zullen ze worden veroordeeld tot de tweede dood, wat betekent dat ze opnieuw zullen sterven, in de zin dat ze hun lichaam opnieuw zullen verliezen, en als onstoffelijke geesten zullen worden geworpen in de poel van vuur, het gehenna, de laatste hel, om in vlammen te lijden voor altijd. Aangezien ziel en geest ondoordringbaar zijn voor vlammen, verklaart dit hoe de goddelozen, na weer uit hun lichaam te zijn geraakt door de tweede dood, voor altijd in letterlijk vuur kunnen bestaan. 

Wanneer de aarde door vuur wordt verteerd en vernieuwd, zullen satan en alle kwade machten van de hemelse gewesten worden opgesloten, en de hemelen zullen worden gereinigd van alle kwade en opstandige geesten. In de nieuwe hemel en aarde zal de mens worden hersteld in de toestand waarin Adam zich bevond voor de val, en de sluier tussen de natuurlijke en de geestenwereld zal worden verwijderd.